Zondag 15 mei:
De weersvoorspelling voor vandaag komt uit. Het is vannacht gaan regenen en het zal de hele zondag regenen. We gaan toch verder. Eerst naar Maribor in het noorden van Slovenië. Dan gaan we door de bergen naar Cirkulane, een klein gehuchtje aan de grens met Kroatië. Hier is een van de weinige camperplaatsen van Slovenië bij een restaurant en een lederwarenfabriek. De plek ligt mooi aan de rivier de Drava. Douches, wc en water voorhanden. Jammer, dat hij ingesloten is door een hoge bergwand aan de zuidzijde, dus geen zon en geen bereik van Astra.
Om zeven uur zondagavond rijden we de camper naar een grote parkeerplaats. Piet wil toch heel graag zien, wie kampioen is geworden.
Maandag 16 mei:
Vandaag gaan we naar Zagreb. We rijden een binnenweg door de bergen. Toerisme is hier nog niet doorgedrongen en dat mag van ons nog even zo blijven. De wegen zijn smal en soms niet al te best. De TomTom raakt steeds van slag en borden zien we sporadisch. We klimmen en dalen tot 12% en na een uur zijn we 52 km verder. Dan zien we eindelijk een bord met Zagreb 60 km. De weg wordt ook beter en om een uur staan we op autocamp Plitvice aan de rand van Zagreb. We parkeren de camper en gaan met bus 112 naar Zagreb. Daar nemen we tram 14 en om 3 uur lopen we omhoog naar de twee heuvels, waar Zagreb op is gebouwd: Gradec (het wereldse deel) en Kaptol (het kerkelijke deel) met de Kathedraal. We lopen naar de Kamenita vrata: de Stenen poort. Het is de enige, nog bewaarde poort uit de Middeleeuwen.
Later lopen we naar beneden naar het plein met de fontein en het standbeeld van Veldheer Jélacic. De benedenstad is niet anders als alle andere grote steden. Veel winkels met bekende merken. Opvallend zijn wel de smalle straten met de vele trams. Aparte rijstroken voor auto’s zijn er niet. Het rijdt allemaal op dezelfde baan. Als voetganger moet je echt uitkijken. ’s Avonds om half negen zijn we weer in de camper. Voetjes omhoog en lekker onderuit.
Dinsdag 17 mei:
Vanmorgen mogen we in het motel gebruik maken van internet. De mensen in Kroatië zijn erg vriendelijk en behulpzaam. We krijgen wentelteefjes aangeboden en ze smaken heerlijk.
Om half twaalf is het weblog erdoor en gaan we op weg.
We rijden geen autobaan vandaag. We rijden van Zagreb omhoog. Dan volgen we weg 34 langs de Hongaarse grens. Het landschap lijkt erg op Nederland, vlak, veel grasland, alleen geen vee in de weiden.
Om vier uur stoppen we in Donji Miholjac, een klein plaatsje aan de grens met Hongarije. We parkeren bij Hotel Slovana. We mogen hier overnachten. Er is internet en we kunnen gebruik maken van het toilet. Kortom: we worden weer allervriendelijkst onthaald. We drinken een biertje en een wijntje op het terras.
Vanavond bellen we met mijn moeder en skypen we met Carolien. Ze heeft heel wat te vertellen over de nieuwe camper. We krijgen een sms van Liset, die een Rijncruise maakt met de bewoners van het werk. Kortom: we zijn weer helemaal bij.
Woensdag 18 mei:
Om 10 uur zijn we in Osijek. Deze plaats is doelwit geweest bij de onafhankelijkheidsverklaring van Kroatië en de oorlog daarna in 1991. Overal zien we kogelgaten in de gebouwen. Bij het bureau voor toerisme halen we een stadsplan. We informeren naar overnachtingsmogelijkheden. De vriendelijke baliemedewerkster vertelt, dat er geen campings in Slavonie zijn. De provincie is zich nog steeds aan het herstellen van de oorlog. Ook in Osijek is er nog veel te doen. We krijgen van haar de tip op de P bij het openluchtbad te parkeren. We kunnen dan gebruik maken van de faciliteiten van het restaurant. De politie gedoogt. We rijden er naar toe en het is inderdaad een prachtig plekje aan de Drava.
’s Middags gaan we op de fiets over de grote brug over de Drava naar de oude stad. Voor het Grand National Theater staat een menigte van 300 scholieren. Vanaf het balkon van het theater worden zij toegesproken en wordt er gedanst op folklore muziek. Het is een bizar gezicht, als de tram er aan komt. Alle scholieren doen een stap opzij om de tram te laten passeren. Na informatie blijkt, dat dit hier de traditionele manier is om de middelbare schooltijd voor het eindexamen af te sluiten.
Wij kuieren op ons gemak door de oude stad en bekijken de oude barokke gebouwen.
Het is warm en benauwd. Als we weer bij de camper zijn, hebben we nog net tijd om de fietsen op te ruimen. Dan breekt het onweer los. Als we in de camper zitten, ruiken we een afschuwelijke visstank. Het is Arie, die in een dode vis heeft liggen rollen. Jammer wijfie, maar binnen vijf minuten staat ze ingezeept met shampoo onder de koude kraan. Brr, ik ben er helemaal misselijk van.
Na een uurtje is het onweer voorbij, de deur kan open, de stank eruit en is het weer snel warm. We zitten de verdere middag aan de rivier. Na het eten lopen we over het terrein van het openlucht zwembad over de brug naar de oude stad en over de andere brug weer terug.
Donderdag 19 mei:
Vandaag bezoeken we Kopacki Rit, het nationaal park. Het ligt 13 km van Osijek. De ingang is in het dorp Kopacevo. Het is o.a. een van de rijkste vogelreservaten van Europa. We maken een boottocht door het moerasgebied tussen de Donau en de Drava. Onze gids, Dojan, is een voetballiefhebber, dus de mannen hebben het al snel over het Europees voetbal. En dat alles in het Engels. Hij blijkt gelukkig ook een prima gids. We zien aalscholvers, zeearenden, zwarte ooievaars, schildpadden, eenden en heel veel héél grote kikkers. Langs de oever ligt een everzwijn af te sterven. De lucht hiervan is met dit warme weer niet echt aangenaam, maar men laat de natuur hier het werk doen. Kopacki Rit was ook het favoriete jachtterrein van koningen en keizers in het Hongaars-Oostenrijkse regime en tijdens het socialistische regime van Tito. In de 19e eeuw is hier een kasteel gebouwd. Tito gebruikte het kasteel als buitenverblijf. In 1991 hielden Milosevic en Tudjmann er een geheime bijeenkomst. Het kasteel werd door de generale staf van het leger ingepalmd en diende tot 1998 als trainingskamp voor het Joegoslavische leger en de Servische milities (Arkan). Maar net als de rest van oost Slovanië heeft ook dit park veel schade ondervonden van de oorlog.
Er rest van het kasteel niet meer als een ruïne. Het wordt wel weer gerestaureerd. We overnachten op de parking van het park in Kopacevo.
Vrijdag 20 mei:
We bezoeken Vukovar.
Deze stad was een van de lieflijkste barokke stadjes van Kroatië. Wij kennen het echter van de meldingen in het journaal. Het federale leger wilde in de oorlog kost wat kost Kroatië herwinnen. Na verschillende weken van strijd moeten de uitgeputte verdedigers de stad op 18 november 1991 overgeven, wegens gebrek aan munitie. De balans is verschrikkelijk. De stad wordt zo goed als volledig vernield. Bijna 2000 doden. Daarmee is het echter nog niet afgelopen. Enkele dagen na de overgave volgt een verschrikkelijke moordpartij op de gewonden in het ziekenhuis van Vukovar. Hierbij werden 200 mensen vermoord.
Nu, 20 jaar later, zien wij als toeristen, nog steeds een stad met veel verwoeste huizen, paleizen en gebouwen. In het ziekenhuis heeft men de kelder, waar in de oorlog de mensen werden geopereerd en verzorgd, opengesteld als museum. Het is nog in dezelfde staat als 20 jaar geleden. We bezoeken het. Er gaat net een groep scholieren uit en we zijn helemaal alleen. Het geeft een naar gevoel, de lage muren, de ventilatiebuizen, de stapelbedden en via de luidspreker worden de namen van de 200 doden opgenoemd.
We lopen terug naar de stad langs de Donau. Bij de plaatselijke roeivereniging mogen we vannacht op het parkeerterrein overnachten. Men maakt de waterput op het terrein voor ons open, zodat we vers drinkwater kunnen laden. En ik doe mijn wasje, even iets gewoons na al deze sombere dingen. Vanavond is er in het restaurant naast ons live muziek. Piet zit tot half elf buiten, ik maak het verslag.
Zaterdag 21 mei:
Het is nog warmer dan gisteren. De thermometer in het stadje geeft 30⁰ aan. In de camper staat alles tegen elkaar open. Het blijft er toch warmer dan buiten. We gaan op zoek naar een internetcafé of een gelegenheid met WiFi. Dat lukt. Vanmiddag gaan we in een café met WiFi aan de Donau het weblog verzenden. Er is ook markt. We zien weer prachtige voetbalshirts van Kroatië, rood-wit geblokt en een blauwe broek eronder.
Ik koop in de apotheek een strip Zyrtec, het heet hier Letizen. De tabletjes van Caro zijn bijna op. Ik kan er op het ogenblik niet buiten. ’s Morgens zitten mijn ogen al dicht en ik word doodmoe van het niezen en snotteren. Met een tabletje ’s morgens kan ik de hele dag aan.
We doen vandaag niet veel. Ik ruim de was op en lees: “Mijn laatste bekentenis” uit. Een bizar boek van Helen Fitzgerald. Arie ligt onder camper en komt alleen tevoorschijn om te drinken. Ze blijft keurig bij ons zonder lijn.
Net na de middag komt de trainer van de roeivereniging vragen of we meevaren naar het eiland aan de overkant. Heerlijk, met deze temperatuur. We sluiten snel de ramen en varen dan met de motorboot naar het eiland middenin de Donau. Vanaf het eiland hebben we een prachtig gezicht op Vukovar, de vuurtoren met kogelgaten (nu een oorlogsmonument. Elke dag wordt de vlag gehesen ter nagedachtenis aan de 2000 doden) en op onze camper op de kade. Morgen gaan we naar Bosnië.