Week 8: Azohia
Maandag 23 januari 2012:
Ik begin toch een beetje ontwenningsverschijnselen van gebrek aan internet, facebook etc. te krijgen. Gisteravond hebben we oma gebeld, maar ik mis een skype gesprek met de meiden.
We hebben echter een restaurant met wifi gevonden. Daar eten we vanmiddag het menu del dia. Het eten smaakt heerlijk.
Vooraf soep, dan salade en mosselen met
knoflook en uien. Piet heeft als hoofdgerecht een karbonaadje en ik kip. Een dessert van appelgebak met slagroom en koffie. Die drinken we binnen en zetten de leptop aan. Gelukkig is Caro thuis.
Anke werkt en Liset krijgen we niet te pakken.
Er is een mailtje van Guy, dat hij al in Peniscola is en vandaag naar Alfas del Pi rijdt.
Dinsdag 24 januari:
Het was vannacht vochtig in de lucht. We zien om ons heen alle mannen met een spons en een trekker in de weer. Ze wassen hun camper met het dauwwater, wat er nog op zit. Natuurlijk blijft Piet niet achter, sterker nog: hij geniet ervan even lekker het vuil van de camper te poetsen.
De verdere morgen wordt doorgebracht met luieren we in de zon met koffie en een
boek.
Na de lunch wandelen we naar het volgende dorp. We kunnen ruim 5 km langs het strand lopen. Onze conditie wordt steeds beter. We pikken een terrasje en drie uur later zijn we weer terug bij de camper. Tot zes uur zitten we nog heerlijk buiten.
’s Avonds kijken we “Oude Knarren” op MAX. Heerlijk om even terug te gaan in de
tijd naar de jaren 70. ‘Ja, mijn schat, we worden oud’.
Woensdag 25 januari:
Vanmorgen voor het eerst bewolkt. Gelukkig knapt het ’s middags weer op. We krijgen een sms van Liset, dat ze per 1 maart een
nieuwe baan heeft: assistent-begeleider
op de groep in de Keizerstraat. Wat zijn we trots op haar.
Bij het borstelen van Koos stuiten we op een verdikking bij de anus. Het bloedt een
beetje. We maken het schoon en smeren er Betadinezalf op. Maar even aankijken,
anders moeten we toch nog naar een Spaanse dierenarts.
Donderdag 26 januari:
We kijken het nog een dagje aan met Koos. Hij heeft er geen last van en het bloeden is gestopt. Piet gaat op de fiets naar Isla Plana om verse sla, mandarijnen, sinaasappels, komkommer en paprika te kopen.
Ik ga wassen vanmorgen. Nu zitten we aan de rosado, servesa, aceitunas y almendras en skypen we met Berry en Franka.
Zaterdag gaan we weer een beetje richting Benidorm.
Maandag zien we Guy op de camperplaats Costa Blanca tussen Alfaz del Pi en Albir
Vrijdag 27 januari:
Vannacht om vier uur worden we wakker van een auto, die zachtjes langs rijdt en stopt. We kijken door het raam en zien een witte auto met twee mannen. Zij draaien achter onze camper en stoppen nog bij een paar andere campers. Wij kruipen weer lekker onder het dekbed.
Vanmorgen is dit natuurlijk het gesprek van de dag. Bijna iedereen, naast, achter en voor ons, is er wakker van geworden. De
conclusies worden snel getrokken. Ze
variëren van: politie in burgerauto’s tot inbrekers, die alvast polshoogte komen nemen.
Het is vandaag erg bewolkt. We ruimen op en gaan lekker langs het strand met de
honden. Gelukkig is de wond van Koos bijna dicht. Er zit wel een rare bult, maar hij is zo actief, dat we voorlopig besluiten er hier niet naar te laten kijken.
Vanmiddag om half vier komt een politieauto het terrein opgereden. Zij stoppen bij elke
camper en maken bekend met woord en gebaar, dat we ‘manana’ allemaal weg moeten.
De opwinding bij sommige mensen is groot. Ze staan hier al zoveel jaar. Het wordt
elk jaar slechter, onbegrijpelijk vinden ze het, ze brengen toch geld in het laatje bij de plaatselijke middenstand!
Dit jaar wordt vanuit het zuiden elke clandestiene camperplaats leeggeveegd.
Ze zijn wintervluchtelingen. Ze worden verjaagd en opgejaagd door de Spaanse gardia cevil.
Ineens beseffen we, dat wij daar nu ook bijhoren. Het moet niet gekker worden, anders
vragen we gewoon asiel aan in Spanje.
We besluiten vanavond na het eten te vertrekken. We gaan naar de camperplaats in
Mazaron, 8 km verder. We nemen afscheid van onze Duitse, Engelse en Belgische
buren en rijden om zeven uur weg.