Week 5: Van Isola di Sant’Antioco naar Cagliari
Zaterdag 16 september 2017:
De zee is wild met flinke golven. Piet wil de grote golven voelen. Hij ligt om tien uur al in de zee. Ik ruim op en daarna lopen we het dorp in.
We kopen groenten en fruit in de overdekte Mercato en wandelen langs de haven terug. Hier zien we voor het eerst een winkel waar koraal echt wordt aangeboden.
Allemaal uit Taiwan. Hier trapt toch geen toerist meer in.
Vanmiddag gaan we wat zuidelijker naar Porto Botte. Via de kustroute.
Even buiten Buggerru staat een oude compressor, groot parkeerterrein erbij en mooi uitzicht op de stad. Dus tijd voor foto’s,
Het eerste stuk gaat verder hoog langs de kust. De strakblauwe hemel weerspiegelt in de zee. Langs de hele route steken grote rotsen uit zee. Bij Massua gaan we een steile route(13%) naar beneden. De grote rots in zee hier wordt Pan di Zucchero (suikerbrood) genoemd. Vlakbij is weer een oude mijn, nu museum. De lorries staan nog op de rails. Zo achter gelaten.
In Porto Botte zijn we verrast. Een prachtig plekje. Aan de ene kant de Middellandse zee, aan de andere kant een lagune met flamingo’s. Vlakbij is een strandbar met buitendouches (koud) en toiletten. Coördinaten N39.03896 E8.57158
We gaan iets drinken in de bar en vragen of we hier mogen overnachten. Geen probleem.
Vanavond rommelt en weerlicht het in de verte. Daar blijft het gelukkig bij.
Toch verkassen we vannacht om één uur. Er is een band in de bar, die zo hard klinkt met een zanger, die niet echt de wijs kan houden. Tot overmaat van ramp denken sommige (dronken) bezoekers, dat ze mee moeten galmen.
Tweehonderd meter verder lukt het slapen beter.
Zondag: vanmorgen gaan we weer terug naar ‘ons’ plekje. Luifel uit, stoelen naar buiten en dan kunnen we om tien uur aan ons zondag ontbijtje beginnen.
Vanmiddag gaan we toch weer de zee in. We dobberen lekker op de golven. Daarna douchen we ons af met warm water uit de 5 liter flessen uit Marokko.
Maandag 18 september 2017:
We gaan vandaag naar Isola di Sant’Antioco. Dit schiereiland is via een brug verbonden met het grote eiland.
Het raam is te mooi om niet apart te laten zien
Er liggen veel vissersbootjes. Mannen staan ook met hun lieslaarzen aan in het ondiepe water te vissen.
We rijden van de stad Sant’Antioco naar het noordelijkste puntje Calasetta.
We parkeren de camper en lopen door de smalle straatjes omhoog naar de kerk en de Torre. Het uitzicht hier is prachtig.
Boven bij de Torre zien we deze cactus en een stukje huisvlijt van de bewoners.
Veel huizen hebben naast het huisnummer ook een schildering met hun naam of een afbeelding van Calasetta.
Vandaag zien we tijdens de rit wel heel veel verbodsborden voor campers. We mogen bijna nergens het dorp of de stad in. De straatjes zijn ook wel erg smal.
We besluiten dan ook ’s middags weer terug te keren naar Porto Botte. Ons plekje is nog vrij.
Dinsdag 19 september 2017:
Er is nog veel te zien in Sardinië, dus nemen we vanmorgen afscheid van Torro Botte.
We zetten de TomTom op camping Flumendosa in Pula . De wasmand is vol en de camping ligt aan het strand. Coördinaten N38.96767 E8.97796.
We rijden een prachtig stukje kust met een weg (SP71) zoals Piet hem graag rijdt, slingerend langs de baaien met steeds weer andere vergezichten.
Om half twee zijn we op de camping. De plek is prima, het strand en de zee dichtbij.
We zwemmen nu elke dag in zee en vinden het heerlijk.
Na de lunch gaan we dus weer dobberen, daarna douchen we en dan gaat de was in de automaat. Er zijn twee wasmachines. De ene blijkt kapot. De andere is na anderhalf uur klaar, zegt de klusjesman, die ons helpt. Dat wordt ruim twee uur, maar om half zeven hangt hij dan toch.
We eten vanavond een pizza in het restaurant. We hebben allebei geen zin in wortelen met aardappelen en een bal gehakt. Morgen dus maar.
Als we om negen uur terug zijn bij de camper is de was droog. Het drogen gaat bijna sneller dan de was draaien.
Woensdag blijven we nog een dagje hier. De camper heeft echt een beurtje nodig.
Het is overal zo droog, dat elke auto wel stof doet opwaaien.
Piet zeemt de ramen buiten en ik zorg voor de binnenkant. Radio 5 erbij aan. Wat wil een mens nog meer. Vanmiddag de zee in en verder luieren en lezen.
Donderdag 21 september 2017:
We gaan naar Nora, een antieke ruïnestad vlakbij Pula. We parkeren de camper en lopen naar de ingang. Daar blijkt dat Arie niet mee naar binnen mag. Het is echter zo warm, dat we haar ook niet in de camper kunnen achterlaten. Jammer, maar Nora gaan wij dus niet zien. Gelukkig hebben we van Efeze en Volubius wel kunnen genieten en het volk van de Feniciërs zullen niet anders gewoond hebben dan de Grieken en de Romeinen.
We rijden door naar Cagliari. Hier zijn drie camperplaatsen. We kiezen voor Campernow, coördinaten N39.23593 E9.13827 € 17, - per dag. Er zijn douches, toiletten en er is gratis wifi. De beheerder is een aardige vent.
De plaats ligt wel 3,5 km buiten het centrum, maar de busverbinding (bus 30 of 31) is goed. Voor € 1,30 pp brengt hij ons naar het centrum en de bus stopt op 150 meter van de camperplaats. Kaartjes te koop bij de beheerder.
In de bus Even wachten tot de plaat over de reling is allemaal balkonnetjes
Om vier uur vanmiddag stappen we in de bus. Vijf en twintig minuten later staan we op Piazza d ’Italia.
We hebben van te voren vier hoogtepunten gekozen, die we willen bezoeken.
We beginnen met het Bastion St. Remy.
De marmeren ingang wordt gerestaureerd. We moeten dus noordelijker de ingang zoeken. Het wordt een hele klim. Als we op piazza Palazzo zijn, blijkt de lift naar boven kapot. We lopen en klimmen en klimmen en blijven klimmen.
Dan zijn we eindelijk bij het Piazza Arsenale en worden we beloond met een prachtig uitzicht over Cagliari en de Middellandse zee op het Panorama dak.
Vanaf nu wandelen we rustig naar beneden. Maar eerst drinken we een cappuccino en een cola in een kroegje met een prachtige vloer.
Als eerste komen we bij de Kathedraal Santa Maria di Castello. Gebouwd vanaf 1217 en in de 17e eeuw grondig verbouwd in barokke stijl. De kansel met vier leeuwen is wereldberoemd. Deze werd in 1159 – 1162 in Pisa gemaakt door de meesterbeeldhouwer Guglielmo. In 1312 kreeg Cagliari het als geschenk. Wij vragen ons af hoe ze dit ooit in deze kerk hebben gekregen.
Onder het koor, dat door de leeuwen wordt bewaakt is in 1612 een crypte aangelegd, het Santuari dei Martire. In de nissen bevinden zich de relikwieën van 179 martelaren.
Steeds weer bij een bezoek aan een kerk verbazen we ons erover wat een rijkdom er binnen is.
Vanaf de kathedraal lopen we langs het beeld van St. Francesco, de beschermheilige van de stad en de verschillende paleizen. Cagliari is een universiteitsstad. We lopen de universiteitsbibliotheek ook even binnen.
Dan komen we bij de torre dell’ Elefante. Hier zien we het dreigende valhek, dat boven de poort hangt. Op de buitenmuur zit de sculptuur van een olifant, een symbool van wijsheid en kracht. De toren is 42 meter hoog.
Langs de Pisaanse vestigmuur lopen we naar het Piazza Yenne.
Erg jammer van Cagliari is, dat er overal graffiti op de muren is, soms mooi, maar vaak vies en lelijk.
We hebben na drie uur lopen en slenteren nu echt behoefte aan een terrasje.
Die zijn er op dit piazza genoeg.
We bestellen een Spritz en een bier. We krijgen er chips en hapjes bij.
Later op de avond eten we hier ook een pizza.
Dan zoeken we op de via Roma bus 31 weer op en laten ons heerlijk naar de camperplaats rijden.