Week 13: De laatste week van de overwintering 2016 – 2017 in Marokko
Het weekend heeft veel regen gebracht. Een aantal campers is zaterdagavond in het Keteldal nog verplaatst naar een hoger gedeelte.
Zondagmiddag zijn we met Pieter en Greta naar de stad gefietst om een nos-nos te drinken. Daarna zijn we naar de Palmerie gefietst om Klaas en Marion gedag te zeggen. zeggen. Als we daar zijn, zijn we zo drijfnat, dat we niet meer naar binnen gaan.
Terug in de camper hebben we onze natte kleren verwisseld. De fietsen heeft Piet nog droog op het rek kunnen zetten. Dan krijgen we onverwacht bezoek. Wim en Wobbie staan voor de deur. Twee jaar geleden hebben we elkaar ontmoet in het Keteldal. Sindsdien volgen we elkaars weblog. http://wobbie.webklik.nl/page/home
Het wordt een gezellig uurtje met elkaar.
Maandagmorgen krijgen we een app van Ria, dat de route naar Agadir over Alt Baha en Biougra versperd is.
We sturen de app door naar Pieter en Greta en besluiten de route over de Col de
Kerdous naar Tiznit te nemen en van daar naar Sidi Rabat te rijden.
De weg is goed begaanbaar. Geen sporen van de overvloedige regen te zien.
Onderweg op het hoogste punt van de col passeren we Rob, Loes, Peter en Ria.
Na de afdaling probeer ik hun campers bovenop de col op de foto te zetten.
Onderweg zien we veel fabriekjes waar tajines in diverse uitvoeringen worden gemaakt.
Rechtsboven de camper van Ria of Rob Ook bewolkt blijft het landschap boeien
Tajines in alle soorten en maten Kalenders in de souk in Tiznit 2017 of 1438-1439?
In Tiznit gaan de anderen richting Agadir. Wij doen boodschappen bij de plaatselijke supermarkt en gaan de soek in. Ik koop nog scrubhandschoen voor de meiden en mezelf.
We krijgen een app van Pieter en Greta. Zij hebben wel de weg over Biougra genomen. Ze hebben twee keer door het water moeten rijden. Dat was goed te doen. Verder is de route prima te rijden. Zo zie je maar, iedereen ervaart de wegen in Marokko anders. Veel ervaring in het rijden in Marokko verlegt ook je grens van wat wel of niet kan.
Om vier uur zijn we in Sidi Rabat. We willen de camper op het terrein van het hotel zetten. Dat is nog even spannend. De voorwielen willen zich ingraven in de natte ondergrond. Er is veel publiek, die allemaal wel zullen vertellen hoe Piet moet rijden. Hij kijkt echter alleen naar mij en zet de camper rustig op de plek. We hebben samen schik.
Later komt de gids van het National Parc de Sous Massa bij de camper. Ik vertel dat we de vorige keer al in het park waren. Hij vertelt, dat er gister een ezeltje is geboren achter het hotel. Dat wil ik wel zien en ga met de gids mee. Het beestje staat bij de ezelin te drinken. Zulke dingen ontroeren me altijd. In ons leven thuis staan we eigenlijk erg ver weg van zulke normale dingen.
Dinsdag 14 februari:
Om half tien rijden we het dorp uit. Nog een twee kilometer verder staan we stil. Er loopt een gigantische kudde dromedarissen op de weg. Prachtig om te zien. Er zijn veel jonkies bij. Zelfs één, die amper op zijn pootjes kan staan, maar nu al achter zijn moeder aan wankelt.
We rijden de N1 naar Essaouira. Het landschap is vlak. Onderweg zien we veel kuddes schapen en geiten. In Agadir doen we boodschappen bij de Marjane. De laatste boter, melk en broodbeleg in Marokko deze reis. Natuurlijk kopen we bij de slager nog twee kilo heerlijke kalkoenfilet. Zij snijden het voor ons in keurige lapjes.
We stoppen in Aourir om brochettes met frites te eten.
Voorbij Aourir gaan we de nieuwe weg op. Een echte verbetering. Pas een eind voorbij Tagazouth komen we weer op de N1.
We genieten van het mooie weer en de prachtige route. Pas om half vijf zijn we op de camperplaats in Essaouira. Coördinaten N 31.49585, W 9.76358
Woensdag 15 februari:
Het wordt een stralende dag. De temperatuur loopt op tot 26°. Om half tien zijn we klaar om naar Oualidia te gaan.
We willen niet over Safi rijden. De stad van het mooie porselein is ook de stad van de visfabrieken en de stinkende fosforfabriek. Dus deze keer niet de R301 maar de N1.
Helaas neemt Piet een afslag te vroeg en komen we toch op de R301 terecht.
De weg is zo slecht. Bijna niet te doen. Hele stukken kunnen we niet harder dan 30 km.
Om elf uur zijn we in Souira Kedima. We drinken in het café bij de rotonde nos-nos met een crêpe met kaas. Dan zien we twee Hymers de rotonde oprijden. Het zijn Rob en Ria. Ze gaan door naar de camperplaats aan het strand.
Wij rijden daar even later ook heen.
Het is hier echt slecht weer geweest. De hele boulevard ligt vol met opgewaaid zand. De tent van de uitbater is onder de druk van het regenwater bezweken. Triest om te zien.
Wij rijden verder naar Oualidia. Op de rondweg van Safi zitten we in een file voor een stoplicht. Een autobus is in de weg verzakt en blokkeert de hele weg.
Vanaf Safi nemen we de R202 naar Thine-Gharbia. Deze weg is op een paar km na erg goed. Bij Thine=Gharbia moeten we linksaf nog 25 km naar Oualidia. Wat een ellende. Een smalle weg vol gaten.
Pas om half drie zijn we op de camperplaats. Coördinaten N 32.73280, W 9.04283
Ria en Peter en Rob en Loes staan er al een uur.
Ik ga eerst koken en dan zitten we nog tot half zes buiten.
Donderdag 16 februari 2017:
De zoveelste prachtige dag. We maken een strandwandeling in de lagune.
Terug bij de camper worden we overspoeld door Marokkanen met brommertjes. Grote kisten achterop met verse vis. Lot, tong, spinkrab en gamba’s. We worden er gek van. Nergens wordt er zoveel geleurd als hier in Oualidia.
Peter koopt veel vis. Vanmorgen wordt een lot voor zijn camper gevild.
Deze vis wordt levend van zijn vel ontdaan. Dan gaan de ingewanden eruit. Nog steeds leeft de lot. Zijn bek gaat open en dicht. Hij schreeuwt nog net niet.
Het gebeurt wel eens, dat de vis nog in de handen van de visser bijt. En die tanden zijn scherp.
De visser met links een lot en rechts een tong De camperplaats in Oualidia
We hebben vannacht erg slecht hebben geslapen door het gekwaak van de padden. Daarom zetten we tegen de avond de camper aan de andere kant van de camperplaats.
We kijken nog het journaal en ‘Klem’ en dan gaan we klaverjassen we bij Peter en Ria.
Ook zij rijden voor het slapen nog naar de overkant om het geluid van de padden te ontlopen.
Vrijdag 17 februari:
Vandaag een rijdag. Om acht uur vertrekken we. Eerst 15 km over een slechte weg naar de autobaan bij Oualidia.
Dan ervaren we voor het eerst in drie maanden weer het gevoel van rijden op een goede weg. Maar liefst 495 kilometer vandaag niet schudden of rammelen, maar genieten van het landschap.
Bij Rabat gaan we weer over de tuibrug over de Bouregreg rivier. De Mohammed VI brug is 950 meter lang en 200 meter hoog en is onderdeel van de nieuwe ringsnelweg van de Marokkaanse hoofdstad.
Om half drie zijn we op camping As saada in Asilah Coordinaten N 35.47183, W 6.02911.
We wandelen naar het strand, kopen aan een stalletje een stukje baklava en bekijken de nieuwe camperplaats.
We moeten vanavond de kop van de schotel wat bijstellen richting Europa. Het is duidelijk: We zijn aan de terugreis begonnen!
We hebben in elf weken 4.485 km door Marokko gereden. Het was fantastisch!