Zaterdag 1 september:
We nemen om negen uur afscheid van onze Duitse buren en Lasco. Lien zwaait ons vanaf hun plek uit.
We rijden al snel op de M1, de autobaan naar Boedapest. Tot onze verrassing stuurt de navigatie ons over de brug over de Donau door het centrum van Boedapest. We genieten allebei van dit extraatje. Ik van de mooie gebouwen een Piet van het rijden in de stad. Dat blijft een cadeautje voor hem.
De stad werd in 1873 gevormd door het samenvoegen van Boeda en Óbuda op de westelijke oever van de Donau met Pest op de oostelijke oever. Vóór 1873 noemde men de steden gezamenlijk Pest-Boeda (Wikipedia)
Via de M3 en de 32 zijn we rond half een bij de camping in Jaszapati. Mijn eerste indruk is niet positief. We melden ons toch bij de receptie en vragen of we de camping mogen bekijken. Tijdens de wandeling verandert mijn mening niet en we besluiten toch naar camping Arnyas in Püspökladâni te rijden.
Dat wordt nog 108 km, oftewel bijna drie uur met een temperatuur van 32º.
Het is een saaie weg, slecht onderhouden. Veel gaten en lapstukken.
De omgeving is alleen maar vlak met uitgestrekte graan- en maisvelden en velden met zonnebloemen. Het enige aparte is de rotonde bij Szolnok. Er hangt een helikopter op een paal boven de rotonde. Het lijkt of hij daar gaat neerstorten.
Om half vier zijn we bij de Árnyas Thermal Camping in Püspökladány. Het omrijden wordt beloond. Het is een mooie ruime camping aan een klein meertje. Sanitair is zoals op de meeste Oost-blokcampings zeer eenvoudig maar schoon.
De camping heeft zelf een klein thermaal bad en whirlpool, maar ernaast ligt een groot complex met meerdere baden, gratis toegang voor campinggasten. Het water komt uit een 1067 meter diep gelegen bron, is bruin van kleur en bevat mineralen zoals chroom, kalium, magnesium en de rest kon ik niet lezen. Het eerste bad is 28 graden, het tweede 38 graden. Je mag er maar een half uur in blijven, langer schijnt niet goed te zijn voor je. Verder is er ook nog een groot gewoon zwembad, maar voor vandaag vinden wij het welletjes.
Zondag 2 september:
Vandaag wordt het een van de warmste dagen sinds we vertrokken zin. Vanmiddag staat de thermometer op 34º. We gaan vanmorgen een uurtje naar de thermaal baden naast de camping. We beginnen met het bad met water van 28-31º. Dan gaan we twintig minuten in het bad van 38º. Op de kant staat een bord, waarop staat wat er allemaal in het water zit.
Tot slot zwemmen we wat banen in het gewone zwembad.
De rest van de dag luieren we. Om half zes gaan we nog een keer badderen op de camping in het thermaal bubbelbad en de jacuzzi. We nemen Arie mee aan de lijn. Het is te warm om haar in de camper te laten.
Na afloop gaan we douchen, Arie uitlaten en uit eten in het restaurant. We ontmoeten Jan en Elly Koops. Zij gaan ook eten en schuiven bij ons aan. Jan heeft in het onderwijs gezeten en het klikt gelijk.
Zij zijn vorig jaar naar Roemenië geweest. Ik krijg wat campings en ideeën van Jan op de mail en ben daar erg verguld mee. Morgen gaan we weer ‘anroet’ naar Szatmárcseke in Noord Hongarije.
Maandag 3 september 2018:
Lekker geslapen. Vroeg wakker. Ontbijt, opruimen, afrekenen en dan op weg naar Szatmarceke.
Deze plaats heeft een bijzondere begraafplaats met boten als grafstenen. Bij Debrecen geeft de navigatie aan dat we naar de M35 moeten. Volgens mij moeten we op de 48 richting Roemeense grens blijven. Deze richting nemen we ook.
Bij de Hongaars – Roemeense grens moeten we de paspoorten en het kenteken laten zien.
De paspoorten haal ik uit de kluis. Het kenteken kan ik nergens vinden. Paniek in de tent. Tot overmaat van ramp komt de douanier ook de camping in en kijkt rond.
Dan bedenk ik me, dat het kenteken in de paarse map zit. De man kijkt er amper naar. We mogen doorrijden.
Bij het eerste tankstation koop ik een vignet voor dertig dagen. Kosten Roem. Lei 32.50 of € 7,73.
Ik haal vier munten van twee euro uit de camper, want een bank hebben we nog niet gezien. De man is niet blij met munten, maar gelukkig accepteert hij het toch.
We rijden verder. Het is weer 30 graden vandaag. In de stad Carei wil de navigatie weer linksaf terug naar Hongarije. Dan merk ik, dat ik de verkeerde stad heb geprogrammeerd. De begraafplaats met de boten als zerken is in Szatmárcseke en ik heb Szatmarnemeti in de navigatie gezet.
Ons overleg is kort. We gaan niet nog eens terug naar Hongarije. Deze begraafplaats laten we zitten. We gaan naar Sapanta om het kerkhof te bezichtigen. Pas om half vier zijn we daar.
We parkeren de camper en gaan de begraafplaats op na betaling van 10 lei (€ 2,10).
Het verhaal wil, dat een houtbewerker op het idee kwam om de dood te verzachten door de graven te versieren met vrolijke blauwe houten kruizen waarop afbeeldingen van het beroep of persoonlijke leven van de overledene en een versje.
De versjes kunnen wij niet lezen, maar een vrolijke boel is het zeker. Zeer kleurrijk ook.
Verder is het een toeristisch gebeuren.
Aan twee kanten van de weg staan marktkramen met Roemeense klederdracht bloesjes en rokken, sleutelhangers, tafelkleden en noem maar op.
We overnachten op camping Poieni in Sapanta. Sitecode 19145 gps: N 47.94795, E 23.69815.
We hebben het laatste plekje. We installeren ons. We zetten de horloges een uur naar voren. In Roemenië is het een uur later. Dan gaat het stortregenen. Het koelt even heerlijk af.
Vanavond gaan we toch maar weer eten in het restaurant. Met deze hitte is koken in de camper geen pretje. En voor € 14,- samen moeten we dat ook niet willen. Arie is niet blij.
Dinsdag 4 september 2018:
Vandaag rijden we in oostelijke richting door de Valea vişeului (Vişeu vallei) langs de grens van Oekraïne naar Viseu de Sus. Een rit van 80 km met mooie vergezichten in de vallei. In elk stadje minstens twee kerken. Altijd één van hout en een grote kerk met fresco’s en verschillende bolvormige torens. Vandaag stoppen we bij deze mooie kerk.
We kopen water en brood in een dorpswinkeltje. We zijn verrast als we Vişeu de Sus binnen rijden. Een groot centrum met veel winkels, een supermarkt en veel bedrijvigheid op straat.
Om één uur zijn we op de camperplaats van Viseu de Sus, Sitecode 13677
Gps: N 47.71461, E 24.44282
We kopen kaartjes voor de Wasserradbahn morgen.
De verdere dag hangt tussen regen en zonneschijn. We wandelen wat langs de oude stoomlocomotieven en vermaken ons met een puzzel en een spelletje. We hopen op een zonnige dag morgen.
Woensdag 5 september:
Carolien is jarig. Hieperdepiep hoera. We bellen al vroeg om te feliciteren. Dat lukt niet. Jammer.
Om acht uur is het al een komen en gaan op het parkeerterrein van de Wasserradbahn. Locomotieven worden gestart. Even staan wij helemaal in de rook.
We vertrekken om half elf. Om tien uur lopen wij naar onze trein. Tot onze verbazing zitten al vier wagons propvol. We vinden een plaatsje in wagon 5. Bij vertrek hangen er totaal zeven wagons achter de locomotief.
Van oorsprong is het een smalspoortrein voor houthakkers. We rijden de bergen in, helemaal langs de rivier de Vaser tot aan de Oekrainse grens.
De natuur is adembenemend ooi. Zelfs vandaag, een regenachtige, sombere dag, genieten we ook van alles om ons heen.
We hebben hieronder geprobeerd een foto impressie van deze rit te maken.
Een indruk van het landschap
Een overdekte houten poort geeft aan dat de bewoners Ook hier wordt nog in de rivier vroeger van adel afstamden gewassen
De vuilnisman Dit afval neemt hij niet mee
Hout, hout en nog eens hout. Hier wordt al eeuwen hout verwerkt.
De trein maakt een tussenstop op station Novat. Hier kunnen we koek n koffie kopen. De rij is groot, maar Piets trek groter.
Om half één zijn we op station Paltin, de stop voor de lunch. We bestellen een mini plat.
We krijgen drie stukje gegrilld vlees, rijst, sla en een broodje. We worden vermaakt door vier Roemenen, die volksdansen.
Na anderhalf uur gaan we met de trein terug. De banken worden steeds harder. Twee uur zitten Is afzien. Om vier uur zijn we weer bij de camper.
We gaan vandaag nog 120 km (weg 18 en weg 17) naar Fundo Moldovei. We rijden over de Prislop-pas van 1416 meter hoog. Bijna boven worden we verrast door slagregen, hagel en flinke bliksemschichten. Gelukkig duurt de bui niet lang.
Het laatste 20 km van de 18 is slecht, heel slecht. We rijden van stapvoets tot 30 km. De laatste 24 km op de autoweg 17 zijn prima.
Om half acht zijn we in Fundo Moldovei op Camping De Vuurplaats, Sitecode 14427
Gps: N 47.53493, E 25.41587
We worden welkom geheten door Engeline en John, de eigenaars.
Vrijdag 7 september 2018:
De zon schijnt al vroeg. Het wordt een zomerse dag. Vandaag een druk programma. We rekenen af op camping ‘De Vuurplaats’. We rijden eerst naar Campulung Moldovenesc om boodschappen te doen bij de Lidl.
Dan gaan we via de 17A naar Vatra Moldovitei. Een redelijke weg met mooie uitzichten en een klim.
We bezoeken het klooster Moldivito. Entree is naar westerse begrippen laag Lei 10 samen (€ 2,30). Het is ons eerste klooster en we zijn verrast door alle muurschilderingen, die bijna alleen maar onthoofdingen aangeven.
Er is een struise non, die op dit moment een rondleiding voor Roemenen doet. Hier krijgen wij alleen haar manier van vertellen van mee. Met een laserpen wijst ze alles aan.
We bekijken de diepe waterput in de tuin. Het water is zo zuiver, er staan drinkbekers bij voor wie dorst heeft.
De volgende stop is bij het eiermuseum van Lucia Condrea. Zij schijnt zeer beroemd te zijn.
Het is prachtig om te zien. Beschilderde eieren in alle maten, kleuren en motieven.
Ze zijn ook te koop, rond € 90,- per ei. Dat is ons te breekbaar (lees duur).
Na de lunch gaan we verder over de 17A naar het klooster van Sucevita. De fresco’s aan de buitenkant van dit klooster zijn erg verschoten. Binnen is het nog mooier als dat van Moldovito.
De Bijbelse tekeningen zijn ook hier net zo wreed. Gekookt boven het vuur, uitgetrokken met molenstenen.
We mogen ook hier niet fotograferen. Toch is de wens om iets van dit bijzondere klooster vast te leggen sterker.
Als we terug bij de camper komen moeten we betalen om te parkeren. In Park4Night heb ik gezien, dat we hier ook mogen overnachten. Dat kan inderdaad. Kosten 10 lei.
We betalen, krijgen een kaartje en rijden dan zeven kilometer verder naar het Keramiek museum in Marginea. We mogen in het atelier de mensen aan het werk zien. Het blijft knap om te zien, hoe men van een homp klei iets moois maakt.
We drinken wat op het terras ervoor en zijn rond vijf uur terug op de P in Sucevita.
Gps: N 47.779701 E 25.7099 Er staan nog twee campertjes. We wokken buiten en genieten na van een prachtige dag.