Corsica, Sardinië, september oktober 2017
Week 4:
Zondag 10 september:
Het heeft de hele nacht hard geregend. Gelukkig is het rond tienen droog.
We rekenen drie dagen camping Laguna Blu af. Het is druk aan de uitcheckkassa. Veel Italianen met kinderen vertrekken ook.
We rijden vanmorgen de mooie kustroute van Alghero naar Bosa.
Jammer, dat het bewolkt is. Toch genieten we van de mooie uitzichten en stoppen we veel.
Bosa ligt een klein stukje landinwaarts aan de rivier de Temo. De enige rivier in Sardinië die een stuk bevaarbaar is. Het ligt erg mooi en is heel erg kleurig. De huizen zien er hier ook onderhouden uit in tegenstelling tot in Alghero waar het er allemaal wat verwaarloosd uitziet. Het is zondag en dat kunnen we goed merken.
Op de CP aan de rivier bij de loopbrug (coördinaten N 40.29484 E 8.49918) vinden we met moeite een goed plekje voor onze camper. Tja, acht meter zet je ook niet even weg en we willen overnachten, dus hij moet wel recht en veilig staan.
Het regent af en toe nog flink. Pas om drie uur is het nagenoeg droog en gaan we over de loopbrug het centrum in.
Bosa heeft mooie paleizen, leuke smalle straatjes en heel gezellige terrassen. De kasteelruïne, hoog boven de stad, geeft een schitterend uitzicht over het Temodal. De regen weerhoudt ons ervan de klim te maken. Tot ruim twaalf uur hoorden we de bassen en de hoge stem van een zangeres. Toch hebben we heerlijk geslapen.
Maandag 11 september:
Het is nog steeds bewolkt, maar warm. We rijden Bosa uit en krijgen toch nog een mooi uitzicht op het Temodal. Helaas kunnen we niet stoppen.
We rijden de CP192 een stukje landinwaarts naar Tinnura. In een verslag van een andere camperaar las ik dat hier mooie murales zijn.
Op de website www.muralesinsardegna.net vind je alle murales in Sardinië.
De murales/muurschilderingen kunnen het dagelijks leven uitbeelden maar zijn soms ook een politieke boodschap. Ze zijn in diverse dorpen sinds 1975 te zien. Gelukkig was het een half uurtje droog op het moment dat we door het dorp liepen. De meeste murales zijn in de doorgaande hoofdstraat.
We rijden verder door de bergen (tot 1050 m hoog). Het is een prachtige route, nog heel veel bloeiende bloemen en doorkijkjes in het dal. Er staat jammer genoeg wel een harde wind en af toe stortregent het.
Onze volgende stop is in Santu Lussurgiu, een vulkaankrater dorp.
Het is een middeleeuws aandoend plaatsje is dat tegen de berghelling van een oude kraterwand gelegen is. Veel smalle straatjes met kleurige huisjes. Het dorp staat bekend om hun waardevolle fokpaarden, zwart-bruine Anglo Arabieren. Wij hebben ze niet gezien.
Bij de afdaling na het dorp worden we opgewacht door een politieauto. Er was een boom omgevallen op de weg. We gaan er rustig langs.
Verder het binnenland in aan de SS131 naar Oristano ligt Santa Christina, een unieke bronnentempel uit de Nuraghen tijd 1000 v.C. Coördinaten N 40.06204 E 8.73112.
De heilige bron ligt beneden aan een omgekeerde naar het plafond lopende trap. De bronnenkamer, 7 m diep gelegen, loopt taps omhoog en sluit zich tot een koepel met een kleine opening die net boven de grond komt. Hierdoor komt er wat daglicht naar binnen. Het geheel verkeert nog in perfecte staat. De astronomische uitlijning van de tempel toont aan dat men kennis had van de hemelse mechanica. Aan het begin van de lente(21-3) en herfst(23-9) schijnen de zonnestralen om 12 uur parallel aan de trap naar de bodem van de bron. Het water zag er nu niet bepaald schoon uit. Staat de maan op zijn hoogste punt dan valt het licht door de kleine opening van de koepel op de bron. Heel bijzonder allemaal en 3000 jaar geleden gemaakt. Nu is het een christelijk bedevaartsoord, men vindt het nog steeds een plek met spirituele kracht. Op het archeologische terrein staat een klein kerkje met wat eenvoudige pelgrims huisjes, waar zo te zien nu mensen wonen. Verder staat er op het terrein ook nog een nuraghe.
Voor het eerst deze vakantie hebben we dit moois met de regenjas aan en de paraplu op bekeken.
Ons einddoel voor vandaag wordt het schiereiland Sinus. We rijden tot het noordelijke puntje en vinden een prachtig plekje voor ons alleen in Su Pallosu.
Het waait vandaag behoorlijk. Windkracht 8. Toch vinden we een plek in de luwte.
Om acht uur is het pikkedonker. Geen lantaarnpaal of lichtje in de buurt te bekennen.
Dinsdag 12 september 2017:
Vandaag gaan we het schiereiland Sinus bekijken. Er zijn niet veel wegen, die goed begaanbaar zijn. Onze eerste stop is in Mari Ermi. Hier bestaat het zand uit witte, groene en roze kwartskorrels. Prachtig om te zien, niet te fotograferen.
Van hieruit rijden we naar San Giovanni di Sinis. Hier op de zuidelijkste punt van het schiereiland liggen de resten van de stad Tharros. In de oudheid was dit een van de belangrijkste steden van Sardinië.
In het boekje van Sardinië van de ANWB lezen we wat we hier kunnen verwachten. Misschien zijn we verwend, maar na Efeze en Volubius en met deze hitte vandaag kiezen we voor iets kouds.
Vier km noordelijker bij de Ipogeo di San Salvatore staat een kleine bedevaartkerk.
Het dorpje op zich is al een bezichtiging waard, maar het kerkje slaat alles.
Onder de kerk is een oud grafcomplex. Middenin het kerkje kunnen we naar beneden om dit te bezichtigen. Je voelt je bij elke tree naar beneden kouder worden. Wat heeft zich hier vroeger allemaal afgespeeld, vragen we ons af.
We wandelen door het dorpje terug naar de camper en zetten de TomTom op de Lidl in Oristano. We zijn immers in het nu en boodschappen zijn altijd nodig.
Als alle boodschappen binnen zijn koersen we naar Arborea Lido. De camperplaats hier is dicht, maar we mogen op het parkeerterrein aan het strand staan en overnachten. Coördinaten N39.801867 E8.54754
We drinken een cappuccino op het terras ernaast en maken kennis met een stel uit Zwitserland, die naast ons staan met een Hymer B574.
De ober zet voor Piet een grote fles bier en voor mij een grappa neer. ‘Zum Wohl’ zegt de Zwitser. ‘Proost’ antwoorden wij.
Dan blijkt zijn vriendin Nederlands te spreken. Ze was getrouwd met een Nederlander, maar is Italiaanse. Dat maakt het praatje een stuk makkelijker.
Vanavond eten we in het restaurant. Het ziet er gezellig uit van binnen. Het eten is redelijk. Piet heeft een groot stuk vlees en ik spaghetti.
Bij het afrekenen sta ik steeds verbaasd over de € 2,- p.p. coperto (couvert?), die je overal moet betalen in restaurants. Wij gaan er maar van uit, dat dit in plaats van fooi is.
Woensdag komen de fietsen van de camper. We fietsen naar Arborea, een klein dorpje 7 km verder. We kopen brood in de Mercato, een overdekte markt, zoals je ze ook in Frankrijk en Spanje nog ziet. We bekijken ook de bijzondere kerk.
Donderdag en vrijdagmorgen fietsen we nog naar Arborea om rood te halen. We dobberen elke dag even in zee en spoelen ons af met het door de zon verwarmde water uit de vijf liter fles.
We zonnen voor de camper. Het strand ligt hier vol met grote bruine bollen. Het lijkt touw. We zijn er nog niet achter wat het echt is. Het ligt in ieder geval niet lekker. Wij hebben ook zeker niet de behoefte Sardijns zand of deze bollen mee te nemen naar huis.
Elke avond kijken we voor de camper naar de prachtige zonsondergang.
Vrijdagmiddag rijden we weg van deze heerlijke plek. We gaan naar Buggerru.
Het wordt een mooie, maar ook trieste en inspannende rit. We rijden de SP196 tot Guspine. Onderweg zien we aan beide kanten van de weg de trieste resten van grote bosbranden. Op dezelfde weg zien we ook een mooi roodbruin vosje oversteken. Die was te snel voor mijn camera.
In Guspini denkt de Tomtom weer een kortere weg te weten. Gevolg: we rijden klem met de camper. Terug wordt een puzzel, want overal is het eenrichtingverkeer. Er blijkt maar een oplossing. Piet draait de camper en ik ga tegen het eenrichtingverkeer lopen om eventuele auto’s tegen te houden. Weer gaat het goed, maar wat een spannende momenten geeft het toch.
Vanaf hier gaan we verder op de SP126. Een rit door het bosrijke bergland van Iglesiente. Tot de helft van de vorige eeuw was dit het belangrijkste mijngebied van Sardinië. Nu zijn alle mijnen gesloten. Er is een bezoekerscentrum en sommige mijnen zijn nog te bezichtigen.
Om drie uur zijn we op de camperplaats in Buggerru. Coördinaten N 9.40215 E 8.40124. We hebben geluk. Er is nog een plaats aan de rand van het strand.
We zitten tot zonsondergang buiten.